“Stille” ARBO-signalering

arbosignalering_bannerWerknemers op containerterminals worden met geluidsignalen gewaarschuwd voor bewegende kranen en andere voertuigen. Bij woningen kunnen deze geluidsignalen overlast veroorzaken. Er is een alarmsysteem dat automatisch de sterkte van het geluidsignaal verlaagd wanneer het geluid in de omgeving daalt. Dit kan, in combinatie met een ander soort geluid dat het systeem afgeeft, de hinder in de woonomgeving verminderen. Het Kenniscentrum Geluid Rijnmond heeft onderzocht of dit systeem in de praktijk kan, en mag, worden toegepast.

 

arbosignalering_kraan_1Volgens de Arbeidsomstandigheden Wet (Arbo wet) moet de werkomgeving voor personeel veilig zijn. Zo moet het personeel op een containerterminal gewaarschuwd worden wanneer een kraan gaat rijden. Op containerterminals wordt daarvoor vaak gebruik gemaakt van een geluidsignaal dat vergelijkbaar is met de ‘achteruitrij-piep’ van vrachtwagens. De meeste systemen geven een geluid af waarvan de sterkte niet tussentijds kan worden aangepast. Dit betekent in de praktijk dat het systeem zo luid mogelijk staat afgesteld. Daarnaast heeft het geluid een tonaal karakter. In de woonkern Heijplaat (Rotterdam), dat ingesloten wordt door het industrieterrein Waal-Eemhaven, ondervinden bewoners regelmatig geluidsoverlast van deze signaleringssystemen. De overlast treedt met name op in de nachtperiode wanneer het omgevingsgeluid lager is, en de ‘pieps’ duidelijker herkenbaar zijn.

Er is echter een alternatief alarmsysteem, het BBS-tek achteruitrijalarm, dat twee belangrijke nadelen van andere systemen niet heeft:

  • arbosignalering_alarm_kleinHet alarm past de sterkte van het geluidsignaal aan het geluidsniveau van de omgeving. Op stillere momenten (bijvoorbeeld de nachtperiode) wordt de sterkte van het geluidignaal automatisch verlaagd.
  • Het alarm produceert een breedbandig geluid (“shh… shh…”).

Verwacht wordt dat met de toepassing van dit systeem de geluidshinder rondom containerterminals verminderd kan worden.

Het onderzoek

Om te kunnen beoordelen of het BBS-tek achteruitrijalarm in de praktijk kan, en mag, worden toegepast moeten de volgende vragen worden beantwoord:

  1. Voldoet systeem aan de ontwerpeisen voor een akoestisch waarschuwingssignaal (NEN 7731). Het geluidsniveau vanwege het alarm moet onder meer 15 dB hoger zijn dan het omgevingsgeluid.
  2. Kan het bevoegd gezag een inrichting verplichten om een tonaal waarschuwingsalarm te vervangen door een ander, minder geluidbelastend alarm, zonder dat de inrichting als gevolg daarvan handelt in strijd met de arbeidsomstandighedenwetgeving?
  3. Heeft het vervangen van het oorspronkelijke alarm door het BBS-tek alarm gevolgen voor de voor de kraan, of andere equipement, afgegeven CE-markering (merkteken waarmee wordt aangegeven dat het product voldoet aan de essentiële vereisten op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu van de betreffende richtlijnen).

arbosignalering_proefopstelling_1 arbosignalering_proefopstelling_2

Voor het beantwoorden van de eerste vraag is het systeem getest op een kraan van het containeroverslagbedrijf Uniport aan de Zaltbommelstraat te Rotterdam (Heijplaat). Er zijn uitgebreide geluidsmetingen uitgevoerd, waarbij zowel het achtergrondgeluid als het signaal van het alarmsysteem is geregistreerd.

Resultaten

1. Voldoet het systeem aan NEN7731
Uit de meetresultaten blijkt dat het BBS-tek achteruitrijalarm voldoet aan de ontwerpeisen uit de NEN 7731. Voorwaarde is dat voor het alarm het juiste type wordt gekozen en dat deze op de juiste positie op de kraan wordt gemonteerd zodat het geluidsniveau in de ‘gevarenzone’ ten minste 65 dB(A) bedraagt.

arbosignalering_grafiek_2 arbosignalering_grafiek_1

2. Kan het stillere systeem worden verplicht aan bedrijven
Het bevoegd gezag kan een bedrijf niet zondermeer een verplichting opleggen tot vervanging van een alarmsignaal door een stiller (niet tonaal) alarmsignaal. Het arbeidsmiddel (kraan, reachstacker ed.) wordt dan gewijzigd en voldoet mogelijk niet langer aan de arbeidsomstandighedenwetgeving.

Van belang is dat sprake is van maatwerk. Elke situatie is anders, waardoor er andere risico’s zijn. Om die reden kan niet algemeen worden gesteld dat bedoelde vervanging altijd mogelijk is.

Beter is dat het bevoegd gezag met de inrichting in overleg treedt en de inrichting een veiligheidsonderzoek, inclusief risico-inventarisatie, laat uitvoeren. Indien daaruit blijkt dat het nieuwe alarmsysteem voldoende doeltreffend is en aan de arbeidsomstandighedenwetgeving wordt voldaan en ook nog blijkt dat de (kosten van de) te nemen maatregelen in redelijke proportie staan ten opzichte van de op te heffen overlast, kan gezamenlijk worden besloten tot vervanging.

3. Heeft het vervangen van het oorspronkelijke alarm gevolgen voor de afgegeven CE-markering
Bij het onder 2. genoemde veiligheidsonderzoek dient ook te worden onderzocht of de CE-markering van het betreffende equipment door de wijziging komt te vervallen. In dat geval moet uit de risico inventarisatie en evaluatie duidelijk worden op welke wijze een nieuwe CE-markering kan worden aangebracht.

Informatie

  • Binnen de DCMR Milieudienst Rijnmond is de contactpersoon voor dit project Gert Put – tel. 010 246 80 00.
  • Het Havenbedrijf Amsterdam heeft in december 2015 onder de projectnaam ‘HoorbaarMinder’ een pilot met acht bedrijven uitgevoerd. Hierbij zijn 122 alarmen vervangen door een stillere variant, vergelijkbaar met het hier genoemde BBS-tek alarm. In het vakblad Geluid is in de editie van maart 2016 een artikel over deze pilot opgenomen. Meer informatie is ook te vinden op www.portofamsterdam.nl (zoeken naar HoorbaarMinder). Het betreft hier een pilot op vrijwillige basis.